BLIJ, BLIJ EN NOG EENS BLIJ? MISVATTINGEN ROND POSITIEF OPVOEDEN
Positief opvoeden is niet hetzelfde als toegeeflijk zijn; er worden juist grenzen gesteld die kinderen helpen hun mogelijkheden volledig te benutten (kinderombudsman, 2015).
Ik word weleens meewarig aangekeken als ik aan mensen vertel dat ik in mijn coaching aansluit op wat ouders, leerkrachten en kinderen van nature al goed doen, en dat mijn feedback positief is. “Is dat niet een te naïeve benadering?”. En cliënten moeten ook weleens wennen. “Ik schakel niet voor niets hulp in, hier moet echt wel wat meer gebeuren”.
Die scepsis kan ik begrijpen. ‘Positief opvoeden’ suggereert misschien dat alles door een roze, blije bril wordt bekeken en dat problemen ontkend worden. Of dat alles maar goed gevonden moet worden. Zoals de anti-autoritaire opvoeding van de jaren ‘60 bekend stond. Of dat we onze kinderen en leerlingen zoveel mogelijk moeten prijzen.
Positief opvoeden vraagt daarentegen om zelfreflectie, moed en duidelijkheid
Want…
- als je vindt dat je kinderen of leerlingen respectvoller met elkaar of anderen moeten omgaan, zal je ze moeten respecteren. Kinderen doen wat je doet en niet wat je zegt;
- als je kind alleen maar wil gamen, vlak voor het eten nog een zak snoep leeg wil eten, met spullen gooit, niet naar bed wil gaan, of anderen slaat, vraagt dat om duidelijkheid, begrenzing, en soms actief ingrijpen. Als je als volwassene geen leiding geeft, moeten kinderen het zelf wel doen. Bijvoorbeeld door voor te dringen, of te overschreeuwen. Aan ons de uitdaging om deze leiding vriendelijk, respectvol en beslist te geven. Dit heet positief leidinggeven.
- wanneer je positief denkt en doet, voel je je goed over jezelf, en er is altijd een positieve manier om iets te doen (Carol Allred, Positive Action). Dit geldt voor jong en oud. Maar het vraagt om zelfreflectie van opvoeders om in deze positieve (groene) cirkel te stappen en uit de negatieve (rode) (Positive Action) te blijven. Om in plaats van terug te schreeuwen naar een woedend kind, een pas op de plaats te maken en de rust te bewaren.
- en het gaat nog een stap verder. Het is onze taak als opvoeders om ook onze kinderen/ leerlingen te leren hoe ze in deze groene cirkel kunnen stappen en daarmee een positief zelfbeeld te kunnen ontwikkelen.
- opvoeden begint dus bij jezelf!
Als coach begeleid ik opvoeders in hoe zijzelf die groene cirkel kunnen doorlopen en zij op hun beurt hun kinderen/ leerlingen daarin kunnen begeleiden. En dan helpt het natuurlijk als ook ikzelf de groene cirkel doorloop, door:
- te starten met de mooiste beelden en pas op het laatst een clipje te laten zien van een situatie waar nog mogelijkheden liggen. Om te voorkomen dat de sessie bepaald wordt door negatieve gedachten: “oh jee, dat heb ik dus laten liggen”. Met als gevolg een negatief gevoel van de opvoeder over zichzelf;
- het accent te leggen op de ondersteuning die het kind nodig heeft en niet op wat de ouders anders zouden moeten doen: “hier zie je hoe jouw kind om jouw bevestiging vraagt”. Welke ouder wil zijn kind nou niet geven wat het nodig heeft?
Jan Geurtz, (onder meer) orthopedagoog en onderwijskundige, bepleit deze zienswijze op aansprekende wijze in onderstaand interview, waarin hij vertelt over zijn boek “Het einde van de opvoeding”.