NIET OP ÉÉN LIJN. HET HEEFT ZO Z’N VOORDELEN
“Loop je nou alwéér van tafel! Hou nou de meiden nog maar eens tegen, wat een slecht voorbeeld geef je toch”.
“Mens, ontspan, het zijn wél kinderen, het is toch juist gezellig zo?!”
“Je zou eens wat meer moeten nadenken over wat je wel en niet doet, en de gevolgen voor de kinderen, je doet maar wat”.
“Jij zou juist ’s wat minder moeten nadenken, je staat stijf van de stress, daar hebben we alle drie last van!”
Kortom, dagelijks meer dan voldoende aanleidingen voor Robbert en Marjan om geïrriteerd en in een hevige strijd verwikkeld te raken. Een vicieuze cirkel van onbegrip en ruzie, vooral in de spitsuren. Als de oudste dochter op maandagochtend tot drie keer toe niet reageert op verzoeken om haar jas aan te doen, Marjan haar zo ruw bij de arm pakt dat ze overstuur raakt, Robbert dan woest op Marjan wordt, en de jongste zich van de weeromstuit boven verstopt, zijn Robbert en Marjan om 8 uur ’s ochtends al volledig uitgeput en boos op elkaar en de kinderen.